Voeding

De voedselopname van een schildpad moet in een direkte samenhang met de opbouw van hun verteringsorganen gezien worden. Alle landschildpadden hebben naast een zeer lange dunne darm een reeds op jeugdige leeftijd goed voorziene blindedarm, die absoluut voor de verwerking van ruwe vezel ingericht is.

Voedselaanbod

Het voedsel zoeken is een belangrijk aspect in het houden van onze dieren, die ook direct met de kwaliteit van het houden verbonden is.
De dieren dienen in een ruimte gehouden te worden, dat hen actief maakt, om na het ochtendzonnen, zelfstandig naar voedsel te zoeken.

Ruwe vezel

Onder ruwe vezel verstaan we het cellulose aandeel in de voedselplanten. Hoe uitgegroeider een plant is (dus niet de jonge delen) , hoe hoger het aandeel aan cellulose.
Een heel belangrijk onderdeel is het feit, dat de cellulosevertering in de darm door micro-organismen gebeurt.
Deze organismen zijn op een zekere constante en hoogte van temperatuur aangewezen.
Het is bekend, dat onder de 15 C geen vertering plaatsvindt. Tussen 10 en 15 C gaat de vertering zodanig traag, dat darmverstoring en zelfs vergiftigingsverschijnselen kunnen optreden.
De darmslijmhuid van de schildpad is aan seizoenswisselingen gebonden. Deze veranderingen veroorzaken verschillende opnamecapaciteit van verschillende stoffen. Dit zal ongetwijfeld een aanpassing zijn aan het seizoensgebonden wisselende voedselaanbod in de natuur. In het voorjaar zijn kruiden eiwitrijker. In de loop van de zomer neemt het ruwvezel aan deel met toenemende droogte toe.
Het belangrijkste is zo natuurlijk mogelijk seizoenskruiden aan te bieden en een optimale omgevingstemperatuur.

Passeertijd

Vanaf de voedselopname tot de uitscheiding van mest verlopen minstens 15 tot maximaal 40 dagen. (bij de voorbereiding op de winterslaap rekening mee houden!).
Na de laatste voedselopname dienen dus minstens twee weken te verstrijken, totdat van een volledige lege darm sprake is.
Vindt men sommige voedselresten eerder dan na twee weken in de mest, dan zijn dit meestal aanwijzingen op een gestoorde darmfunktie (diaree, parasieten, etc).

Calcium en fosfor

Het lichaam is er op gebaseerd in zijn innerlijke huishouding een heel bepaalde verhouding tussen calcium en fosfor in stand te houden.
Het lichaam kan de calciumspiegel in het bloed middels vitamine D en hormonen van een bepaalde schildklier (Parathormon) regelen. Een altijd ter beschikking staand calciumdepot zijn de eigen beenderen..
Krijgt het lichaam voedsel toegediend, waarvan de calcium-fosforverhouding zeer klein is, dat betekent het quotient is kleiner als 1, dan wordt calcium aan het skeletsysteem onttrokken.
Sommige voedingsmiddelen vallen bijzonder op door hun ongunstige verhouding calcium-fosfor zoals bananen, tomaten en perziken.
Om dus het lichaam niet tot een onnodige caliumafbouw te belasten, dient voedsel met een groter aandeel calcium-fosfor geboden te worden. Hiertoe horen o.a. paardebloem, lattuga, peterselie.
Een overschot aan fosfor kan evenzeer skeletproblemen opleveren.
In de handel verkrijgbare sepia-schalen zijn een natuurlijke calciumbron voor de dieren.

Eiwit

Een gezonde darmflora wordt o.a. door een ballastrijke samenstelling van het voedsel in stand gehouden.
Als eiwitbron gelden niet alleen de voedselplanten maar ook de darmflora zelf.
Bacterieen en bepaalde eencelligen bouwen aan de hand van afgebouwde voedselbestanddelen hoogwaardige eiwitten op, die voor landschildpadden onmiddellijk bruikbaar zijn.

Voedselhoeveelheid

Een schildpad regelt zelf zijn eetmomenten.
Wordt er veel ruwvezelrijk voer aangeboden, dan kan een schildpad zich niet overeten, omdat er niet meer gegeten kan worden als de maag bevatten kan.
Schildpadden kunnen ook ondanks uitsluitend plantaardig voer toch te vet worden. Tekort aan beweging of bijvoorbeeld te koolhydraatrijk voer bevorderen dit ook.

Waterhuishouding

De schildpad kan met zijn nieren naast de wateroplosbare ureum ook het praktisch wateronoplosbare ureumzuur uitscheiden, die het grootste aandeel vormen in de stikstofuitscheiding, die uit de eiwitstofwisseling voortkomt.
De dikke massa kan uitgescheiden worden doordat de nieren een slijm produceren, waardoor het ureumzuur beter glijdt.
Een schildpad dient te allen tijde een drinkmogelijkheid te hebben, ook al maken daar de dieren niet regelmatig gebruik van.

Fruit

Het eten van fruit kan de darmflora nadelig beschadigen. Dit lijdt tot diaree, die slecht hersteld.
In de natuur vinden de dieren hoogst zelden fruit.

Oxaalzuur

Een hoog gehalte aan oxaalzuur in voedselplanten kan oxaalsteen vormen in de blaas en tot de dood leiden.
Planten met een hoog oxaalzuur zijn o.a. spinazie, witlof en zuring.

Voedingsanalyse

Voedingsanalyse van gebruikelijke voeding voor europese landschildpadden

1. hoe groter het aandeel aan kruidachtige gewassen in het voedselaanbod, hoe optimaler de kwaliteit
2. hoe uitgegroeider de vegetatie, hoe gunstiger is de Calcium-Fosfor verhouding.